HET NEDERLANDS FOKREGLEMENT
Volgens het Nederlands fokreglement voor de Oostenrijkse Pinscher, moet een hond aan verschillende eisen voldoen voordat hij of zij voor de fok ingezet mag worden. Voor een teef geldt het volgende.
De voornaamste gezondheidsregel is een Onderzoek Heup Dysplasie (HD). Honden met als resultaat HD-A en HD-B worden goedgekeurd voor de fok. Honden met als resultaat HD-C mogen alleen gebruikt worden voor de fok in combinatie met een hond met HD-A.
Verder moet een teef 2x een tenminste ‘Zeer Goed’ behalen op een CAC(IB) tentoonstelling of een door de V.F.L.D. (of buitenlandse rasvereniging) georganiseerde clubmatch.
Onze hond Nala voldoet aan deze eisen en is dus goedgekeurd voor de fok. Meer hierover is te vinden op de pagina ‘Nala’.
Het volledige fokreglement voor de Oostenrijkse Pinscher is hier te vinden:
INTEELTCOËFFICIËNT (IC)
Een andere richtlijn, die niet in het Nederlands fokreglement vermeld staat, maar wel van groot belang is, is ze zogenaamde ‘inteeltcoëfficiënt’ (IC). Dit wil zeggen de mate van verwantschap tussen beide ouderdieren. In Oostenrijk geldt de regel dat de IC onder de 10% moet blijven, en bij voorkeur onder de 6,25%. Ondanks dat deze richtlijn niet in het Nederlands fokreglement staat, en dus niet voor ons verplicht is, houden wij ons toch aan deze richtlijn ten behoeve van de genetische diversiteit en daarmee de gezondheid van het Oostenrijkse Pinscher ras.